Selecteer een pagina

Eerste AVG-boete in Duitsland. Sociaal netwerk Knuddels moet 20.000 Euro betalen

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg heeft de eerste AVG-boete opgelegd. Het sociale netwerk Knuddels.de – het grootste online chatplatform van Duitsland – moet een boete van 20.000 euro betalen. En komt daarmee volgens de AP wegens goed gedrag goed weg.

Het bedrijf had 808.000 emailadressen en 1.872.000 pseudoniemen en wachtwoordenvan gebruikers ongecodeerd opgeslagen. De fout werd in juli 2018 ontdekt nadat Knuddels.de een datalekprocedure in gang had gezet wegens een hackaanval.

Knuddels.de bestaat sinds 1999. Het chatplatform heeft meer dan twee miljoen geregistreerde leden.

Het bedrijf uit Karlsruhe heeft volgens de AP de verplichting om de veiligheid van persoonlijke gegevens te garanderen geschonden.

De boete had volgens de Duitse AP vele malen hoger uit kunnen vallen. De toezichthouder zegt er echter rekening mee gehouden dat het bedrijf na een hackaanval meteen open kaart heeft gespeeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens en alle gebruikers.

Lof van de Autoriteit Persoonsgegevens

De AP zegt dat Knuddels op een voorbeeldige manier heeft samengewerkt met de toezichthouder en de veiligheid van de ICT meteen beduidend heeft verbeterd. “Wie van schade leert en transparant bijdraagt aan de verbetering van de gegevensbescherming, kan als bedrijf ook sterker uit een aanval van een hacker tevoorschijn komen”, aldus de AP.

Overtreedt uitvaartorganisatie Dela de AVG door ongevraagd vingerafdrukken van overledenen te verwerken? Nee! Belachelijk?

Uitvaartorganisatie Dela kwam zaterdag in opspraak door berichtgeving van het consumentenprogramma Radar. Dela bleek sinds september voor commerciele doeleinden vingerafdrukken van overledenen af te nemen.

Meteen werd op social media om onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geroepen. Ten onrechte.

Nota bene gevoed door een onzorgvuldige jurist en onzorgvuldige gemakzuchtige knip-en-plakjournalisten die weekenddienst hadden bij landelijke media.

Vingerafdrukken zijn toch persoonsgegevens?

Dan moet er toch rekening gehouden worden met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)? Dat die vraag meteen door het hoofd spookt bij veel mensen lijkt logisch. Vingerafdrukken zijn immers biometrische persoonsgegevens.

Mag een commerciele uitvaartorganisatie dan zomaar vingerafdrukken afnemen om die te verwerken in sieraden die uit winstbejag aan rouwende nabestaanden worden verkocht?

Mensen die nooit om toestemming zijn gevraagd of die vingerafdrukken überhaupt mochten worden afgenomen?

Radar stelde die vraag ook aan een deskundige. Advocaat Eric Osinga van Osinga Advocatuur werd benaderd als deskundige en gaf antwoord. En ging de fout in. “Dit mag niet zonder de nabestaanden vooraf om toestemming te vragen”, aldus Osinga. “Een vingerafdruk valt namelijk onder persoonsgegevens die je niet zonder toestemming mag verwerken. Die toestemming moet ook nog eens heel duidelijk zijn gegeven.”

Advocaat had beter moeten weten

Osinga had als advocaat beter moeten en kunnen weten. Hij had zich niet als advocaat moeten laten verleiden om in de media uitspraken te doen over zaken waar hij niet in is gespecialiseerd. Of hij had zich beter moeten voorbereiden. Een zoekopdracht was voldoende geweest.

Bij de eerste les over de AVG wordt behandeld wat persoonsgegevens zijn. Vingerafdrukken van dode mensen vallen daar niet onder. Het staat klip en klaar in de wet en op de site van de Autoriteit Persoonsgegevens onder de kop Wat zijn persoonsgegevens.

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) geeft aan dat een persoonsgegeven alle informatie is over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Dit betekent dat informatie ofwel direct over iemand gaat, ofwel naar deze persoon te herleiden is. Gegevens van overleden personen of van organisaties zijn geen persoonsgegevens volgens de AVG.

 

Identiteitsfraude na de dood

Dat de vingerafdrukken van een overledene niet onder de AVG vallen is ogenschijnlijk best wel vreemd, omdat met deze biometrische gegevens ook na de dood nog identiteitsfraude gepleegd kan worden. Met vingerafdrukgegevens van doden zouden kwaadwillenden bijvoorbeeld nog smartphones kunnen unlocken en zo aankopen en betalingen kunnen doen.

 

Dood ben je geen persoon meer

De AVG is echter glashelder. Eenmaal dood ben je geen persoon meer. Dit is klip en klaar geen zaak voor de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat had de deskundige die Radar benaderde ook moeten weten.

De Radar redactie valt niets te verwijten. Die deed navraag bij iemand waarvan verwacht mocht worden dat hij expertise heeft. Toch?

Radar had ook beter moeten weten. Waarom heeft de redactie Osinga eigenlijk benaderd? Niet iedere advocaat is meteen ook AVG-deskundige. Osinga is niet gespecialiseerd in privacywetgeving. Dat staat ook duidelijk op zijn website:

“Nadat ik ruim tien jaar als advocaat heb gewerkt, werd het tijd voor een eigen kantoor. Op 1 februari 2016 is Osinga Advocatuur te Utrecht opgericht. Mijn specialisatie is zorgverzekeringsrecht en algemeen verzekeringsrecht.”

Naambordjesaffaire Duitsland en Oostenrijk

De vingerafdrukkenaffaire heeft wel iets weg van de naambordjesdiscussie in Duitsland en Oostenrijk. Een ‘deskundige’ waarvan verwacht wordt dat hij op de hoogte is van de AVG geeft onjuist advies en zorgt daarmee vervolgens voor een mediagolf met onjuiste berichten. Iedereen roeptoetert elkaar in de media en op social media niet gehinderd door enige kennis na en zorgt daardoor voor onterechte verontwaardiging over de AVG of de toezichthouder die niets doet.

Advocaat vs advocaat

Advocaat Dirk-Jan de Bruin ergert zich net als Privacyzone aan advocaat Osinga die de redactie van Radar en de luisteraars en bezoekers van de website van het consumentenprogramma verkeerd informeert over de AVG. Hij zorgt daarmee voor veel ruis over de AVG.

De Bruin is in tegenstelling tot Osinga wel gespecialiseerd in privacyrecht.

De Bruin heeft mogelijk ook goede connecties in de journalistiek. Hij wordt op Twitter gevolgd door misdaadjournalist Mick van Wely van de Telegraaf, die zijn carriere ooit begon bij Dagblad van het Noorden.

De Bruin ziet overigens afgezien van de vingerafdrukken wel een ander aanknopingspunt op basis waarvan nabestaanden toch een klacht kunnen indienen op basis van de AVG.

“De vingerafdruk zelf zegt niets over de familieleden (in tegenstelling tot bijv. resultaten van erfelijkheidsonderzoek op (weefsel van) overleden personen)”, schrijft De Bruin op Twitter. “Toenadering van de nabestaanden voor een commercieel aanbod moet verder conform de AVG en de Telecommunicatiewet.”

Kortom: Mag Dela na de begrafenis nabestaanden commercieel benaderen om andere producten te verkopen? Of had Dela daar schriftelijk toestemming voor moeten vragen bij het afsluiten van de overlijdensrisicopolis of het accepteren van de opdracht om de begrafenis van een dierbare te verzorgen?

De gevolgen van knip-en-plak journalistiek

Diverse landelijke media plegen knip-en-plak journalistiek en nemen het bericht van Radar zonder het zelf te checken of van meerwaarde te voorzien klakkeloos letterlijk over. Vervolgens gaan mensen op social media er mee aan de haal.

Volkomen onnodig, want net als Osinga had iedere serieuze journalist met een eenvoudige zoekactie op Google kunnen achterhalen dat vingerafdrukken van overledenen volgens de AVG geen persoonsgegevens zijn. De uitleg van de Autoriteit Persoonsgegevens staat bovenaan de zoekresultaten bij de zoekopdracht ‘overleden AVG’.

Handelswijze Dela uiterst bedenkelijk

Ondertussen blijft de handelwijze van Dela natuurlijk bedenkelijk. Een uitvaartorganisatie die om commercieel gewin zonder enig gevoel de eer van overledenen schendt gaat duidelijk over lijken.

Logisch dat verbolgen mensen pleiten voor juridisch onderzoek. Alleen is de Algemene Verordening Gegevensbescherming daar niet geschikt voor. Maar misschien is het wel de moeite waard om Dela aan te klagen wegens grafschennis.

Wat is grafschennis?

Grafschennis is opgenomen in artikel 149 Wetboek van Strafrecht. Het artikel luidt als volgt: “Hij die opzettelijk een graf schendt of enig op een begraafplaats opgericht gedenkteken opzettelijk en wederrechtelijk vernielt of beschadigt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”

Net als bij de AVG is de eerste reactie op basis van de letter van de wet nu natuurlijk dat de overledene nog niet in een graf lag toen de vingerafdrukken werden afgenomen. En dus kan er dan geen sprake zijn van grafschennis.

Jurisprudentie over grafschennis

Maar er staat op de website Problemenmetjustitie.nl ook interessante jurisprudentie over het wetsartikel dat over grafschennis gaat.

“De rechter heeft ook een echtgenoot die het graf van zijn overleden partner open heeft gemaakt om haar nog even vast te kunnen houden, veroordeeld voor grafschennis.”

Als een rouwende partner bestraft wordt omdat hij of zij om emotionele redenen nog een keer de hand van zijn overleden maatje wil vasthouden zou je toch denken dat het logisch is dat een uitvaartorganisatie als Dela ook wordt bestraft voor het om commerciele redenen aantasten van de waarde van overledenen. Dat is toch evengoed grafschennis.

Wanneer is er sprake van een graf?

Het gaat hier eigenlijk om de definitie graf. Wanneer is er sprake van een graf? Zou je kunnen stellen dat iemand in zijn graf ligt zodra hij in een lijkkist ligt? Het zou in deze zaak interessant zijn om daar een uitspraak van een rechter over te krijgen.

De les van dit artikel is dat de AVG niet een wet is die te pas en te onpas overal automatisch bij betrokken kan worden. Dat hebben goede privacymanagers tijdens hun opleiding geleerd. Ze leerden ook dat ze behalve naar de AVG ook rekening moeten houden met andere wetten en toezichthouders. En deskundig extern advies moeten vragen voor zaken waar ze niet voor geleerd hebben.

Melden van grafschennis

In dit geval adviseert PrivacyZone nabestaanden van overledenen waarvan Dela vingerafdrukken heeft afgenomen om deze zaak bijvoorbeeld aan te kaarten via een advocaat of via Centraal Meldpunt Nederland. “Vermoedens dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan grafschennis door een grafroof te plegen of vernieling aan te richten kunt u melden via Centraal Meldpunt Nederland: Meld.nl”, staat er op deze website.

Wat kunnen we leren van de ‘onzinnige’ AVG naambordjes discussie in Duitsland en Oostenrijk?

“Paniekzaaierij door oproerkraaiers die de Europese privacywet in diskrediet willen brengen.” Snoeiharde kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens van de Duitse deelstaat Beieren naar aanleiding van de ophef over een vermeend AVG-verbod op naambordjes in flats en appartementencomplexen. Is die kritiek terecht?

Of is de Europese privacywetgeving gewoon te complex?

Wat kunnen we leren van de discussie in Oostenrijk en Duitsland?

Waarom heeft niemand de Autoriteit Persoonsgegevens om uitleg gevraagd?

Allereerst is het opmerkelijk dat klaarblijkelijk vrijwel niemand tot op heden de toezichthouders in Oostenrijk en Duitsland gevraagd heeft om duidelijkheid te verschaffen naar aanleiding van de onduidelijkheid over de uitleg van de privavyregels ten aanzien van naambordjes.

Wie op Google zoekt op Klingelschild DSGVO ziet dat alle grote Duitse mediasites op het verhaal gedoken zijn. Slechts een enkele site vroeg commentaar aan een toezichthouder.

Kritiek Beierse autoriteit op media en privacybelangenorganisatie slecht onderbouwd

Voorzitter Thomas Kranig van de Beierse autoriteit doet voorkomen alsof de discussie in gang is gezet door tegenstanders van de privacywet en de media. Door mensen die op een rel uit waren om de AVG belachelijk te maken.

Maar die veronderstelling klopt niet.

Hoe begon de naambordjesdiscussie?

De discussie kwam in Wenen op gang naar aanleiding van een klacht van één huurder bij de gemeentelijke woningcorporatie Wiener Wohnen.

De corporatie heeft vervolgens de Magistratsabteilung 63, de afdeling die in Wenen verantwoordelijk is voor gegevensbescherming, geraadpleegd. De Functionaris Gegevensbescherming van deze afdeling kwam vervolgens zelf tot de conclusie dat de combinatie van achternaam en deurnummer daadwerkelijk inbreuk maakt op de Europese privacywetgeving.

Functionaris Gegevensbescherming zet als eerste verkeerde stap

De kwestie is dus niet aangezwengeld door oproerkraaiers. Een Functionaris Gegevensbescherming, iemand die alles van de privacywet zou moeten weten, trok op basis van de wettekst de conclusie dat er sprake was van inbreuk op de AVG.

Logisch besluit wonkngcorporatie om alle naambordjes te verwijderen

Vervolgens kan de Weense woningcorporatie niet anders dan te besluiten om verregaande maatregelen te treffen. Bij overtreding van de regels is het management immers aansprakelijk als de Autoriteit Persoonsgegevens van Oostenrijk een onderzoek instelt naar aanleiding van een klacht van een huurder, waar niets mee gedaan is.

Zeker als blijkt dat er een advies van de FG ligt om 220.000 naambordjes te verwijderen.

Nog steeds geen sprake van stemmingmakerij

Tot zover is er dus nog steeds geen sprake van bewuste stemmingmakerij om de AVG in diskrediet te brengen.

Pas als 220.000 huurders in Wenen een brief krijgen van de woningcorporatie duikt de media er bovenop. Logisch, want het betreft een opmerkelijk besluit met verregaande gevolgen. En dat op basis van een nieuwe wet die veel mensen onzeker maakt. Mede vanwege de hoge boetes die opgelegd kunnen worden.

Geen journalist die Autoriteit Gegevensbescherming om een reactie heeft gevraagd

Wat vervolgens opvalt is dat er geen journalist in Oostenrijk op het idee gekomen is om de Autoriteit Persoonsgegevens om een reactie te vragen.

Dat verwijt valt overigens ook de Functionaris Gegevensbescherming te maken.

Rol privacybelangenorganisatie

De media vroegen wel om een reactie bij ARGE Daten. Een organisatie die zich in Oostenrijk bezighoudt met de privacyrechten van burgers.

Volgens ARGE Daten was het besluit van Wiener Wohnen om alle naambordjes te verwijderen de “enige wettelijk conforme procedure”.

ARGE Daten roept vervolgens huurders op om een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens in Wenen.

Als de Beierse toezichthouder zich kwaad maakt over stemmingmakerij over de Europese privacywet dan zou ARAG Daten daar de aanleiding voor kunnen zijn.

ARAG Daten is geen tegenstander van AVG

Ware het niet dat de Beierse autoriteit praat over stemmingmakerij door tegenstanders van de AVG. ARAG Daten is een organisatie die opkomt voor privacybelangen. ARAG Daten heeft dus belang bij de privacywet. Is geen tegenstander.

Waar komt die stemmingmakerij dan vandaan?

De Beierse autoriteit geeft een uitstekende les privacywetgeving naar aanleiding van de discussie over de naambordjes. Uitleg die iedereen de regels erbij pakt lijkt te moeten kunnen begrijpen. Maar is dat werkelijk zo?

Privacydeskundigen leggen privacyregels anders uit dan Autoriteit Persoonsgegevens

De Functionaris Gegevensbescherming gaf een andere uitleg van dezelfde regels. En hij heeft er voor geleerd.

En hij was niet de enige privacydeskundige die een andere uitleg aan de regels gaf dan de Autoriteit Persoonsgegevens van Beieren.

Toegegeven, andere privacydeskundigen plaatsten vraagtekens bij het besluit van Wiener Wohnen, maar gaven vervolgens toch een andere duiding van de wet dan de Autoriteit Persoonsgegevens.

Max Schremms adviseert verhuurders onterecht om schriftelijk toestemming te vragen

Neem bijvoorbeeld Max Schrems. Hij heeft in heel Europa naam gemaakt met zijn kruistocht tegen Facebook. Schrems wijst er in een tweet op dat de ontmanteling van meer dan 200.000 naambordjes wellicht een wel erg overdreven maatregel is.

@Met alle liefde voor de #AVG“, tweet Schrems. „Maar waar u (al) de toestemming van de huurder heeft, hoeft u niet meer 220.000 naamplaatjes te verwijderen en opnieuw te plaatsen….. Een vragenlijst met een opt-in zou het waarschijnlijk gemakkelijker maken.“

 

Schrems adviseert als gerenomeerde privacydeskundige dus aan verhuurders om alle huurders schriftelijk om toestemming te vragen om hun naam op een centraal belbord in de hal van een flat te plaatsen.

Maar volgens de Autoriteit Persoonsgegevens hoeven verhuurders niets te doen

De Beierse Autoriteit Persoonsgegevens zegt daar niets over. Volgens de Beierse AP hoeven verhuurders niets te doen.

Duitse advocaat onderbouwt in blog aan de hand van diverse wetten dat naambordjes ook voor AVG al verboden zouden zijn

In Duitsland schreef advocaat Arno Lampmann van advocatenkantoor LHR in Keulen een uitvoerige blog over de naambordjes. Zijn opmerkelijke conclusie was dat de naambordjes ook zonder de AVG eigenlijk al in strijd zijn met andere wetten. Hij verwijst daarbij naar die wetten en haalt er vervolgens ook Max Schremms nog bij om zijn conclusie kracht bij te zetten.

Nog steeds geen spoor van oproerkraaiers die de Europese privacywet in diskrediet brengen.

 

Deskundigen die geacht mogen worden de privacywet te kennen en te kunnen duiden geven een hele andere uitleg aan de regels dan de Autoriteit Persoonsgegevens van Beieren. Opnieuw geen tegenstanders van de wet. Weer mensen die belang hebben bij de privacywetgeving.

Alle partijen, waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens, moeten hand in eigen boesem steken

Het zou de Autoriteit Persoonsgegevens in Beieren, maar ook zijn collega’s in de rest van Europa, sieren om de hand in eigen boesem te steken. De AVG is blijkbaar zo onduidelijk dat zelfs deskundigen de regels anders uitleggen. Die complexiteit zorgt voor onrust en weerstand.

En de deskundigen en de media mogen anderzijds ook zichzelf verwijten maken.

Waarom heeft niemand de moeite genomen om de Autoriteit Persoonsgegevens om een reactie te vragen?

Iedere journalist hoort dat standaard te doen. En iedere FG en jurist die twijfelt over de uitleg van een regel ook.

Klanttevredenheidsonderzoek per e-mail vanwege AVG verboden? Wat is de impact van Duitse jurisprudentie in Nederland?

Het Duitse Bundesgerichtshof (BGH) heeft geoordeeld (VI ZR 225/17) dat klanttevredenheidsonderzoeken per e-mail over het algemeen verboden zijn. De hoogste Duitse rechter verwijst daarbij naar de Europese privacywetgeving.

Wat betekent die Duitse uitspraak voor Nederlandse ondernemers?

De basisgedachte achter de Europese privacyregelgeving is dat in heel Europa in principe dezelfde privacyregels gelden.

Dat impliceert dat jurisprudentie die elders in de EU ontstaat ook impact zou kunnen hebben op uitspraken van Nederlandse rechters en de Autoriteit Persoonsgegevens in soortgelijke zaken.

Voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens zegt dat Europese toezichthouders regelmatig bij elkaar komen om nieuwe toelichtingen op de wet uit te werken in zogenaamde guidelines (richtlijnen).

Het zou denkbaar kunnen zijn dat er een Europese richtlijn komt over klanttevredenheidsonderzoek.

Zo lang die er niet is is het interessant om de Duitse jurisprudentie over klanttevredenheidsonderzoek te analyseren. Ook in het kader van de nieuwe veel bekritiseerde Europese e-privacywet die binnenkort naast de AVG nog meer Europese privacyregels toevoegt.

De zaak

Een Duits bedrijf verkocht goederen via Amazon en stuurde via e-mail de factuur naar de koper. In die e-mail schreef het bedrijf:

Dames en heren, bijgevoegd uw factuur in PDF-formaat. Bedankt voor het kopen van dit artikel van ons. Wij zijn een jong bedrijf en daarom afhankelijk van goede ratings. Als u tevreden bent over onze service, vragen wij u daarom om ons een 5-sterrenscore te geven voor uw aankoop.

Als er iets mis is met het geleverde artikel of onze service, vragen wij u vriendelijk contact met ons op te nemen. Dan kunnen we het probleem oplossen. Voor de beoordeling: log gewoon in via de volgende link en geef een positieve 5-sterrenbeoordeling (…).”

De koper vond dat de verkoper via deze e-mail ongeoorloofde reclame meestuurde. Hij vond dat de verkoper alleen de factuur had mogen sturen. Het verzoek om een positieve beoordeling zou inbreuk op zijn privacy zijn.

Marketeers worden gek als ze te maken krijgen met klanten die exact naar de regels van de wet willen worden behandeld. Gaat dit niet te ver?

De aanklacht werd in eerste instantie in Duitsland verworpen door zowel de lokale rechtbank als het hof van beroep, aangezien zij geen enkele vordering tot voorlopige maatregelen op grond van §§ 1004, 823 (1) BGB zagen. Het Hof van Beroep heeft echter een beroep bij het BGH toegestaan, dat nu uitspraak heeft gedaan.

Het besluit van de BGH

De BGH verklaart dat:

  • een klanttevredenheidsonderzoek valt onder het begrip (directe) reclame
  • het gebruik van e-mail voor reclamedoeleinden zonder toestemming van de eiser in beginsel een inbreuk vormt op zijn beschermde privésfeer en dus op zijn algemene persoonlijkheidsrecht

Hoewel de levering van de factuur op zich geen reclame is, vormt het deel van de e-mail waarin om een evaluatie werd gevraagd volgens de Duitse rechter wel degelijk reclame.

En als we de Algemene Verordening Gegevensbescherming erbij pakken wordt al snel duidelijk waarom.

De ondernemer heeft de adresgegevens alleen gekregen om de factuur te verzenden. Er is geen toestemming gevraagd of verkregen om het e-mailadres ook voor andere specifiek genoemde doeleinden – zoals klanttevredenheidonderzoek – te gebruiken. Volgens de AVG, die in Duitsland afgekort wordt als DSGVO, is dat verplicht.

De betekenis van de Duitse uitspraak

Volgens eerdere Duitse jurisprudentie was het al moeilijk om zonder toestemming klanttevredenheidsonderzoeken via e-mail te rechtvaardigen.

De BGH benadrukt met haar jurisdictie nu dat er geen klanttevredenheidsbeoordelingen mogen worden opgenomen in anderszins legitieme e-mails aan de klant.

Met andere woorden, voor de beoordeling van de klanttevredenheid en de verzending van nieuwsbrieven is een duidelijke toestemming vereist.

Is klanttevredenheidsonderzoek per e-mail nu verboden?

Nee. Als bij het afsluiten van de koopovereenkomst netjes seperaat toestemming wordt gevraagd om het e-mailadres ook eenmalig voor klanttevredenheidsonderzoek te mogen gebruiken – en die toestemming gegeven wordt – mag het onderzoek nog steeds gedaan worden.

Deze richtlijnen gelden ook in Nederland. Voor de invoering van de AVG waren deze regels ook al van kracht.

School in Assen heeft volgens Autoriteit Persoonsgegevens ten onrechte leerlingen verboden WhatsApp groep aan te maken

Een middelbare school in de Drentse provinciehoofdstad Assen heeft in verband met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) leerlingen verboden om een WhatsApp-groep aan te maken met en voor klasgenoten.

Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens, die toeziet op naleving van de privacywet, is dat niet nodig.

De school denkt de privacy van de leerlingen te moeten beschermen.

“Daarover waren wij verrast”, zegt Pauline Gras van de Autoriteit Persoonsgegevens op vragen van de Groningse regionale omroep RTV Noord.

“Staat niet in de wet dat het niet mag”

“Dat kunnen we niet plaatsen. Het staat niet in de wet dat het niet mag. Wat we wel zien is dat scholen heel voorzichtig zijn geworden. En daardoor soms misschien té rigoureus in wat ze allemaal verbieden of tegenhouden. Een appgroep kan juist heel functioneel zijn en bijdragen aan goed onderwijs.”

Volgens Gras is de wet niet te ingewikkeld, maar “passend bij de ingewikkelde maatschappij. Als je een goede reden hebt om persoonsgegevens aan te leveren, kan er heel veel.”

Klacht indienen

Scholen die de regels overtreden hoeven volgens Gras niet direct bang te zijn voor sancties, al is dat in tegenspraak met een uitlating die ze even later doet.

“Nogmaals: de achterliggende gedachte is beschermen”, zegt Gras. “Mocht een school iets doen dat niet de bedoeling is, dan kunnen ouders of leerlingen zelf bij de school aan de bel trekken. Kom je er niet uit, dan kan je bij ons een klacht indienen.”

Sinds de invoering van de wet is de Autoriteit Persoonsgegevens verplicht alle klachten op te pakken. “We kijken er zorgvuldig naar en doen dan een uitspraak.”

Als de dood voor hoge boete

En die laatste uitleg is nou net de reden dat veel scholen het zekere voor het onzekere nemen. Bij twijfel niet doen. Want schoolbestuurders zijn als de dood dat hun school torenhoge boetes krijgt opgelegd vanwege een overtreding. En de bestuurders zijn ook nog eens hoofdelijk aansprakelijk.

Logisch dat die bestuurders geen risico willen nemen.

Waarom bestaat er geen AVG boetelijst?

Als de Autoriteit Persoonsgegevens verplicht is om klachten te beoordelen en een uitspraak te doen wil iedereen graag weten wat er dan verwacht kan worden.

Worden er eerst waarschuwingen uitgedeeld?

Of worden er meteen boetes opgelegd?

En hoe hoog zijn die boetes dan?

Niemand die het weet.

En er is nog geen jurisprudentie.

In heel Europa nog niet.

Wie een verkeersovertreding begaat kan de hoogte van een boete meteen aflezen in een overzicht van justitie.

Waarom is er niet zo’n lijst van de Autoriteit Persoonsgegevens die op basis van de AVG aan andere organisaties oplegt om zo transparant mogelijk te zijn?

Niemand hoeft bang te zijn?

Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens kan er dus nog steeds veel en hoeft niemand bang te zijn.

Terwijl juist de onduidelijkheid en het gebrek aan jurisprudentie wel voor angst zorgt.

Wat betreft de onduidelijkheid over het gebruik van Whatsapp op scholen lijkt er nu dus wel duidelijkheid.

De Autoriteit zegt dat het mag.

In dit geval is dat ook logisch. De Whatsapp groepen worden aangemaakt door leerlingen. Niet door de school. Die had en heeft er dus niets over te zeggen.

Hoe zit het met bedrijfsmatige Whatsapp?

Maar hoe zit het dan als de Whatsappgroep wordt aangemaakt door de school zelf?

Of door een andere organisatie?

Whatsapp maakt automatisch gebruik van de contactenlijst op je telefoon. Contacten die misschien geen toestemming hebben gegeven om hun gegevens te delen met Whatsapp.

Jammer dat RTV Noord daar niet over heeft doorgevraagd.

Toch nog onduidelijkheid. PrivacyZone zal de Autoriteit Persoonsgegevens zelf maar eens om opheldering vragen.

Privacywet links

PrivacyZone bundelt handige en interessante links die betrekking hebben op de Europese privacywet AVG / GDPR op deze pagina. Hebt u tips voor links die hier volgens u bij horen te staan? Meld het ons: info@privacyzone.nl

Jurisprudentie