ePrivacywet vs AVG: Wat is het verschil? De enorme impact op de media en reclamebranche
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moet er voor zorgen dat onze privacy gewaarborgd wordt. In deze Europese wet is tot op de komma vastgelegd hoe organisaties met persoonsgegevens van klanten en personeel moeten omgaan. Toch?
Klopt. Maar de AVG dekt nog niet alles, zeggen Europese politici. En dus wordt er gewerkt aan een aanvullende wet. De ePrivacywet. Nog meer regels, nog meer kosten, nog meer druk. Is dat nu echt nodig?
Diverse ondernemersorganisaties in Nederland vinden dat de politici vergeten rekening te houden met de gevolgen van de privacyregels voor ondernemers.
Waarom moet er nu vlak na de invoering van de AVG nog een privacywet bijkomen? Wat is het verschil tussen de AVG en de ePrivacywet?
Hoewel er enige overlapping is, is het belangrijkste verschil tussen ePrivacy en de AVG dat de AVG betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens in alle vormen, terwijl de e-Privacy-verordening meer specifiek betrekking heeft op online communicatie.
De AVG geeft individuen meer controle over hun persoonlijke gegevens. Zowel online als offline. Organisaties moeten nu toestemming vragen voor het gebruik, het delen en opslaan van persoonsgegevens.
Het recht op vertrouwelijkheid
De ePrivacywet is onder meer gericht op het recht op vertrouwelijkheid en privacy van gegevens bij alle elektronische communicatie. Dit omvat e-mail, teksten, het internet, WhatsApp, Skype, online messaging, VoIP, het internet van dingen (IOT), apps, online reclamenetwerken en telecommunicatie.
De ePrivacywet staat ook wel bekend als de cookiewet, omdat het de wet is die het gebruik van cookies op websites regelt. De ePrivacywet gaat echter verder dan cookies. Er komen nieuwe regels voor communicatie-inhoud en communicatiemetadata die inhouden dat organisaties de vertrouwelijkheid van alle elektronische communicatie moeten waarborgen en toezicht door derden moeten voorkomen.
Het belang van de ePrivacywet blijkt volgens politici uit het recente Cambridge Analytica-schandaal waarbij vertrouwelijke gegevens van Facebookgebruikers oneigenlijk misbruikt werden om de verkiezingen in de Verenigde Staten en de Brexit-enquete in Groot Brittannie te manipuleren. De ePrivacywet bevat strenge regels die misbruik en manipulatie moeten voorkomen.
Wanneer wordt de ePrivacy-verordening van kracht?
De ePrivacywet komt in de plaats van de richtlijn betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de elektronische-communicatierichtlijn van 2002 en zal naar verwachting eind 2018 in werking treden, waarbij organisaties waarschijnlijk net als bij de AVG een overgangsperiode van één jaar krijgen om aan de richtlijn te voldoen.
ePrivacy zal waarschijnlijk extra naleving vereisen en net als bij GDPR zal de ePrivacy-regelgeving zware boetes voor niet-naleving met zich meebrengen.
Gevolgen voor het bedrijfsleven: ePrivacy kan “turbulenter” zijn dan AVG
De meest recent bekend geworden regels die in de ePrivacywet zouden worden opgenomen lijken er op te duiden dat sommige bedrijfstakken – met name reclame, marketing en media – er door getroffen worden. In deze branches wordt daarom momenteel stevig gelobbied om de voorstellen in Brussel af te zwakken.
De gevolgen voor media, marketing en reclame kunnen ingrijpend zijn omdat het verboden wordt om bijvoorbeeld aan directmarketing of telemarketing te doen zonder voorafgaande toestemming, wat betekent dat sommige organisaties hun reclamecampagnes en marketing zullen moeten heroverwegen.
De ePrivacy-verordening zal waarschijnlijk van invloed zijn op de online reclamecampagnes en analytische oplossingen van bedrijven. Hoe ver de verordening gaat, valt nog te bezien, maar er bestaat weinig twijfel over dat veel bedrijven hun praktijken zullen moeten aanpassen.
Net als bij de AVG zullen de impact van ePrivacy en zware boetes niet beperkt blijven tot bedrijven die in de EU gevestigd zijn.