Selecteer een pagina

Autoriteit Persoonsgegevens verbiedt registratieplicht prostituees in Utrecht

De gemeente Utrecht mag van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geen gegevens over het seksuele leven van raamprostituees opnemen in een register. De AP is van oordeel dat de registratieplicht van raamprostituees door de gemeente Utrecht in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens.

De gemeente Utrecht wilde raamprostituees verplichten zich te registreren bij het bevoegd gezag als zij als prostituee in een raamprostitutiebedrijf willen werken.

De gemeente Utrecht ziet de registratieplicht voor raamprostituees als een belangrijke maatregel bij de bestrijding van mensenhandel.

In verband met de Algemene Verordening Gegevensverwerking moest de gemeente Utrecht voor het verwerken van bijzondere persoonsgegevens zoals ras- en gezondheidsgegevens van raamprostituees ontheffing vragen bij de AP.

Registratieplicht

De Autoriteit Persoonsgegevens is van oordeel dat het verwerken van gegevens over het seksuele leven van personen een grote inbreuk kan hebben op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.

Het is daarom verboden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij sprake is van een wettelijke grondslag waarop de gemeente zich kan baseren.

Volgens de AP heeft de gemeente niet aannemelijk kunnen maken dat zij een beroep kan doen op de grondslag algemeen zwaarwegend belang.

Ontheffingsverzoek

De AP ziet daarnaast geen grond om het ontheffingsverzoek om bijzondere persoonsgegevens (gegevens over ras en gezondheid) van raamprostituees te honoreren.

Er is namelijk geen wetsvoorstel in de maak dat de structurele verwerking waarvoor ontheffing wordt verzocht, zal gaan regelen. Hierdoor is het verlenen van een ontheffing door de AP niet aan de orde.

Vervolgprocedure

Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit beroep instellen tegen dit besluit bij de rechtbank.